Afvalstoffenheffing

Afvalstoffenheffing is een specifieke heffing bedoeld om de kosten van afvalverwijdering en –verwerking te dekken. De afvalstoffenheffing wordt geheven voor het feitelijk gebruik van een perceel waarvoor krachtens de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. De afvalstoffenheffing bestaat uit een vast tarief en een variabel tarief (ledigingentarief). Het uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing blijft kostendekkendheid.

Verwachte kosten
Het streven is om de afvalstoffenheffing kostendekkend te laten zijn. De afgelopen jaren is dat niet gelukt. Hierdoor is een negatieve reserve egalisatie afvalstoffen ontstaan. Deze zal in vier jaar moeten worden ingelopen. In totaal verwacht de gemeente het komende jaar € 3.391.883 aan kosten te maken welke mogen worden toegerekend aan de afvalstoffenheffing. Daarnaast wordt een extra bedrag toegevoegd voor het wegwerken van het tekort in de reserve afvalstoffen van € 228.000.
De kosten vallen uiteen in kosten van het taakveld afval, het taakveld verkeer en vervoer en daarnaast een deel van de overhead dat wordt toegerekend aan deze activiteiten.
-   Taakveld afval: dit betreft voornamelijk het daadwerkelijk inzamelen en verwerken van het huishoudelijke afval. Ook het scheiden van afval en het recyclen ervan valt hieronder;
-   Taakveld verkeer en vervoer (8,7%): het schoonmaken en schoonhouden van de wegen draagt bij aan een afvalvrije openbare ruimte. Deze kosten mogen daarom deels worden meegenomen in de afvalstoffenheffing;
-   Taakveld overhead (9,4%): dit is het aandeel in de kosten die worden gemaakt voor de sturing en ondersteuning van medewerkers in brede zin. Toerekening vindt plaats op basis van de totale directe kosten die betrekking hebben op de afvalstoffenheffing.

Herkomst middelen
Bij de bepaling van de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de tarieven milieustraat wordt een volledige dekking van de kosten van afvalverwijdering en verwerking nagestreefd. Wanneer er door een verschuiving in het aangeboden afval alsnog een dekkingstekort of -overschot ontstaat, wordt dit onttrokken, respectievelijk toegevoegd aan de daartoe ingestelde egalisatiereserve.
Eind 2016 heeft u besloten om in de gehele gemeente over te gaan tot omgekeerd inzamelen. In de informatieraad van 28 augustus 2018 is het omgekeerd inzamelen geëvalueerd. Het omgekeerd inzamelen is qua doelstellingen een succes en heeft bijgedragen aan het verkleinen van de disbalans op de afvalbegroting. De inkomsten zijn echter nog steeds onvoldoende voor een sluitende afvalbegroting.
Op basis van de geraamde kosten voor 2019 en het uitgangspunt om volledige kostendekkendheid na te streven stelt het college voor de afvalstoffenheffing voor 2019 te verhogen. Op dit moment de is sprake van een negatieve egalisatiereserve, bij de tariefsverhoging is rekening gehouden om het tekort op de egalisatiereserve in 4 jaar in te lopen.
Concreet wordt voorgesteld het vastrecht van de afvalstoffenheffing te verhogen alsmede het invoeren van tarieven voor het ledigen van de grijze 140 en 240 liter minicontainer (PMD) en het ledigen van de 140 en 240 liter GFT-minicontainer. Beide afvalstromen zijn nu gratis. Daarnaast wordt voorgesteld een vastrecht toe te voegen voor inwoners die gebruik maken van een bovengrondse verzamelcontainer voor het aanbieden van PMD- en GFT-afval. Het huidige inworptarief van € 2,30 voor restafval blijft ongewijzigd.
De invoering van het omgekeerd inzamelen heeft ook invloed gehad op de afvalinzameling op de milieustraat. Uit de evaluatie van het omgekeerd inzamelen blijkt dat de hoeveelheid aangeboden grof huishoudelijk afval met 30% is gestegen en bestaat ook de indruk dat sommige inwoners, vanwege kostenoverwegingen, zakken restafval naar de milieustraat brengen. Op de milieustraat wordt namelijk per kilogram betaalt en dit is voordeliger dan het inworptarief in de ondergrondse container. Bij de milieustraat is structureel sprake van onderdekking. Door de invoering van het omgekeerd inzamelen zijn de kosten op de milieustraat alleen maar toegenomen, daarom stelt het college voor het tarief per kg aangeleverd grof huishoudelijk afval op de milieustraat te verhogen van € 0,13 naar € 0,14 per kg. Het starttarief op de milieustraat blijft gehandhaafd op € 2,40.

Voorgesteld wordt om in 2019 de tarieven voor de afvalstoffenheffing als volgt vast te stellen:

Op basis van de stortgegevens van de ondergrondse containers over het eerste halfjaar 2018 blijkt dat per huishouden gemiddeld 1,1 keer per maand een inworp in de ondergrondse container wordt gedaan, dit betekent 13 inworpen op jaarbasis. Op basis van de huidige ledigingsgegevens blijkt dat een GFT minicontainer gemiddeld 14 keer per jaar ter lediging wordt aangeboden en de PMD-minicontainer 17 keer per jaar. Voor 2019 is de aanname gedaan dat door de beprijzing van het PMD- en GFT-afval de PMD minicontainer gemiddeld 13 keer per jaar zal worden aangeboden en de GFT-minicontainer gemiddeld 10 keer per jaar. Voor een gemiddeld huishouden resulteert dit in een afvalstoffenheffing van € 184,31 (€ 123 vastrecht + 1,1 X 12 x € 2,30 = € 30,36 restafval + € 30,95 gemiddeld bedrag voor ledigingen PMD- en GFT minicontainer), terwijl dat in 2017 met het oude systeem 2017 € 186,96 was (€ 87 vastrecht + 12 x € 8,33).
Rekening houdend met bovenstaande tarieven wordt de totale opbrengst van de afvalstoffenheffing, inclusief de milieustraat, geraamd op een bedrag van € 3.620.210 . Dat is meer dan de geraamde kosten van € 3.391.883. Dit is nodig om de negatieve reserve afvalstoffenheffing uiterlijk in 2022 weer positief te krijgen.