Begroting 2019 -2022

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Belasting

Belasting (overhead)    
Complexiteit van de BTW-wetgeving en het BTW compensatiefonds zorgt voor financiële risico`s. Voor deze algemene risico`s van de omzetbelasting is geen voorziening getroffen. Hoewel er jaarlijks diverse controles op de juistheid van de BTW-afdracht en declaraties bij het BTW compensatiefonds plaatsvinden, kan een boekenonderzoek tot een naheffingsaanslag leiden.
De kans op een boekenonderzoek is altijd aanwezig. De vraag is of dit ook resulteert in een naheffingsaanslag. In 2018 is geen sprake geweest van een onderzoek of naheffing.
De jaarlijkse omvang van de BTW aangifte is circa € 2,4 miljoen. De jaarlijkse declaratie uit het BTW compensatiefonds circa € 4,5 miljoen. Ervan uitgaande dat maximaal 10% tot een correctie kan leiden, bedraagt de maximale omvang van het risico € 0,7 miljoen.

Gemeenten zijn met ingang van 2016 in de basis belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (vpb). De gemeente heeft een fiscaal adviseur ingeschakeld om de gevolgen van de invoering van de Vpb-plicht in kaart te brengen. Op grond van uitgevoerde fiscale scans en berekeningen is in 2016 het standpunt ingenomen dat de gemeente (nog) niet onderworpen is aan Vpb-heffing. Het is nog onduidelijk wanneer de belastingdienst met uitsluitsel komt over de ingenomen en gepresenteerde standpunten. Vooralsnog wordt op basis van de ingenomen standpunten, de stand van zaken begin 2018 en gemaakte berekeningen geen Vpb-last verwacht voor de boekjaren 2016 en 2017.

Zoals bij veel gemeenten liggen de grondexploitaties onder een ‘vergrootglas’. Dit betekent niet meer dan dat de activiteit als zodanig door de belastingdienst wordt onderkend als potentieel belastingplichtig. Immers, grondexploitaties zijn een activiteit waarmee de gemeente zich op de markt bevindt. Als dan, op ‘fiscale’ grondslagen een overschot wordt gerealiseerd, zal snel sprake zijn van een onderneming. Heffing van Vpb is grosso modo dan aan de orde indien de toekomstige kasstromen per saldo positief zijn. Investeringen uit het verleden zijn in dit kader niet relevant. Wat bij gemeente Heusden een relevante factor is, is de positie van de langlopende schulden. Dit leidt er nu toe dat de verwachting is dat in 2016 en 2017 (en wellicht in de toekomst) geen Vpb-verschuldigd is.

De eerste jaren na invoering van de belastingplicht verwachten we nu op basis van de ingenomen standpunten geen materiële Vpb-last. Het blijkt vooralsnog niet mogelijk om hierover duidelijkheid te krijgen vanuit de belastingdienst. Van een te plannen afspraak over ingenomen standpunten is door de belastingdienst in april 2017 afgezien in afwachting van landelijke uitspraken/ontwikkelingen (zoals het overleg van de belastingdienst met belangenorganisaties, waaronder de VNG). Daarna is vanuit de belastingdienst niet meer duidelijkheid gegeven. Op basis van de ingenomen standpunten is de aangifte over het boekjaar 2016 in augustus 2018 ingediend en de aangifte over het boekjaar 2017 kan in 2018 worden afgerond.

Mocht later blijken dat de gemeente toch in de heffing van vennootschapsbelasting wordt betrokken, dan bestaat het risico van een relatief hoge heffingsrente (8%) over de dan achteraf verschuldigde vennootschapsbelasting. Om die reden hebben we de belastingdienst al eerder verzocht om een voorlopige aanslag op te leggen over het boekjaar 2016. Inmiddels zijn ook voorlopige aanslagen opgelegd voor de jaren 2017 en 2018. Als de opgelegde aanslagen inderdaad overbodig of te hoog blijken te zijn, krijgt de gemeente de vooruit betaalde vennootschapsbelasting weer terug. We hopen dat voor de aangifte over het boekjaar 2017 in 2018 meer duidelijkheid zal zijn ontstaan over de fiscale Vpb-positie in relatie tot de ingenomen standpunten en de interpretatie van de belastingdienst.

Het uiteindelijk opgenomen risicobedrag voor de Vpb is gebaseerd op indicatieve berekeningen. In deze berekeningen zijn onder andere standpunten ingenomen over de wijze waarop de fiscale boekwaarde van de grondexploitaties aan het resultaat wordt toegerekend.

Risicoprofiel

Maximale omvang

kans

2019 begroting

€ 1.300.000

20%

2017 jaarrekening

€ 1.200.000

20%