Huisvesting onderwijs (programma 5)
Vanaf 1 januari 1997 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de huisvesting van onderwijsinstellingen. De vergoeding hiervoor is opgenomen in de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Op 1 januari 2015 is het budget voor het buitenonderhoud en de aanpassing van schoolgebouwen (PO) van het Rijk rechtstreeks naar de schoolbesturen gegaan. De gemeente blijft verantwoordelijk voor de bekostiging van nieuwbouw, uitbreiding, constructiefouten (onder andere asbest) en herstel in geval van bijzondere omstandigheden (calamiteiten als brand, diefstal, stormschade). In de meerjarenraming zijn middelen opgenomen voor nieuwbouw, renovatie en upgrading conform het vastgestelde integraal huisvestingsplan (IHP) 2017.
Daarnaast is er kans op uitgaven in verband met constructiefouten en calamiteiten. Alleen in dat geval zal er een beroep gedaan moeten worden op het weerstandsvermogen. Als maximum risico wordt hiervoor € 250.000 opgenomen.
Vanaf 1 januari 2015 is het onderhoud en aanpassingen van de lokalen bewegingsonderwijs geen voorziening in de onderwijshuisvesting meer, maar worden ze gerekend tot de kosten materiële instandhouding. Schoolbesturen kunnen hiervoor een aanvraag indienen bij de gemeente op basis van de Verordening materiële financiële gelijkstelling gemeente Heusden 2015. Deze verordening is op 10 februari 2015 vastgesteld door de raad. De rijksbijdrage voor het bekostigen van het onderhoud en aanpassingen van de lokalen bewegingsonderwijs is onderdeel van de vergoedingscomponent onderwijshuisvesting in de algemene uitkering. Op basis van het beleidsplan gebouwen 2014 waar de gymzalen onderdeel van zijn, zijn de rijksmiddelen voldoende voor het uitvoeren van het onderhoud. Schommelingen kunnen worden opgevangen door de gevormde onderhoudsreserve waardoor naar verwachting geen beroep hoeft te worden gedaan op het weerstandsvermogen.
Risicoprofiel | Maximale omvang | kans |
2019 begroting | € 250.000 | 50% |
2017 jaarrekening | € 250.000 | 50% |