Begroting 2019 -2022

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Decentralisaties

Decentralisaties: Wmo 2015 en Jeugdwet (programma 7)
In het Regeerakkoord is opgenomen dat het integreerbare deel van de integratie-uitkering Sociaal domein met ingang van 2019 opgaat in de algemene uitkering en daarmee deel uitmaakt van de trap-op-trap-af systematiek. De betreffende budgetten zijn reeds bij de maartcirculaire 2018 aan de algemene uitkering 2019 van het gemeentefonds toegevoegd. Hiermee worden de gedecentraliseerde taken uit 2015 een regulier onderdeel van de rijksuitkering net als allerlei andere taken. Het risico valt daarmee eigenlijk onder de algemene uitkering. Niettemin zijn er nog veel onzekerheden binnen dit beleidsterrein. De ontwikkelingen op het gebied van jeugdzorg, participatie en Wmo voorzieningen zijn moeilijk in te schatten en is dit beleidsterrein nog volop in beweging (transitie). Reden ook waarom is besloten om de reserve sociaal domein de komende jaren nog in stand te houden.
Voor de decentralisaties is het uitgangspunt dat de gemeenten voldoende financiële armslag krijgen om nieuwe taken uit te voeren. Gedurende de jaren 2016 en 2017 is dit uitgangspunt correct gebleken. Het risico van dit takenpakket blijft echter aanwezig en is tweeledig: enerzijds betreft het openeinderegelingen en anderzijds blijft de haalbaarheid van de veronderstelde efficiencywinst door  te realiseren transformatie een onzekere factor.

Rekening houdend met de realisatie in de eerste jaren de opgedane ervaring stellen we de inschatting van bovenstaande onzekerheden voor de omvang van het risico op maximaal 5% van de (voorheen) ontvangen rijksmiddelen Wmo/Jeugd zijnde € 615.000.

Binnen de reserve sociaal domein is op dit moment voldoende buffer aanwezig om toekomstige risico’s binnen het sociaal domein op te kunnen vangen. Het verwachte beroep op het weerstandsvermogen is daardoor vooralsnog nihil.

Risicoprofiel

Maximale omvang

kans

2019 begroting

€ 0

30%

2017 jaarrekening

€ 0

30%