Begroting 2019 -2022

Verschillenanalyse per programma

Bouwen en wonen

Programma  Bouwen en wonen

 

Financiën (x € 1.000)

Rekening 2017

Begroting incl.wijzigingen 2018

Begroting 2019

Verschil

Lasten

16.884

7.408

7.672

-264

Baten

16.518

7.050

7.367

317

Saldo

-365

-358

-304

53

Mutaties reserves

Stortingen in reserves

394

366

590

Onttrekkingen uit reserves

-

-

-

Per saldo mutaties reserves

-394

-366

-590

Saldo inclusief mutaties reserves

-759

-725

-894

Toelichting begroting 2019 ten opzichte van begroting 2018 na wijziging:

Voornaamste verschillen:

Ruimtelijke ordening

Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2021 in werking.
Met de Omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke ontwikkeling vereenvoudigen en samenvoegen. De wet legt de verplichting op om een omgevingsvisie op te stellen voor de gemeente. De omgevingsvisie zal een coproductie worden van interne en externe deskundigheid. Er is externe expertise nodig voor deelterreinen, zoals duurzaamheid, gezondheid en voorzorg. De kosten voor het implementeren van de omgevingswet zijn voor het eerst opgenomen in de begroting van 2019.

-70.000

Per 2019 vindt er formatie-uitbreiding plaatst van 1 FTE binnen het cluster Ruimtelijke ordening. De noodzaak aan extra beleidsmatige ondersteunende capaciteit neemt toe door de toegenomen complexiteit en snelheid van verandering in de samenleving en daarmee de ontwikkelingen die op het cluster Ruimtelijke Ordening afkomen.

-80.000

Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)

In principe worden alle verkopen en kosten die gemaakt worden binnen de bouwgrondexploitatie neutraal verwerkt binnen dit programma, omdat het saldo wordt geboekt naar de voorraad onderhanden werken bouwgrond op de balans. Jaarlijks zijn er echter ook posten welke veroorzaakt worden door:

  • een effect binnen de winstnemingen en stortingen in de reserve Rood voor Groen of Bovenwijkse voorzieningen;
  • een eventuele vrijval uit de voorziening afgewikkelde complexen;
  • de rentetoevoeging aan de verliesvoorzieningen;
  • de rentelast over de Niet In Exploitatie Genomen Gronden.

-

De in 2019 geraamde tussentijdse winstneming bij het complex de Grassen, alsmede de effecten van het afsluiten van twee complexen hebben een voordelig effect op het saldo van het onderhanden werk van € 123.000. In 2018 was geen (tussentijdse) winstneming geraamd.

123.000

In 2018 is vanuit de diverse complexen een bedrag van € 366.000 gestort in de reserves rood voor Groen en Bovenwijkse voorzieningen, in 2019 bedraagt de geraamde storting € 466.000. Per saldo een voordelig effect van  € 100.000 binnen het onderhanden werk.

100.000

Overige verschillen

-20.000

Saldo verschil

53.000

Toelichting op hoofdlijnen begroting 2019 ten opzichte van jaarrekening 2017:

Saldo begroting 2019

-304

Saldo jaarrekening 2017

-365

Voordelig verschil

61

Voornaamste verschillen:

Ruimtelijke ordening

Per 2019 vindt er formatie uitbreiding plaats van 1 FTE ten opzichte van de formatie van 2017.

-80.000

De legesopbrengsten i.v.m. ontheffing/wijziging bestemmingsplannen waren in 2017 hoger dan geraamd. Deze baten waren incidenteel en komen niet terug in de begroting 2019.

-35.000

De raming van de kosten voor het implementeren van de omgevingswet zijn voor het eerst opgenomen in de begroting van 2019, deze bedragen € 70.000. Verder is op het budget voor de actualisatie van bestemmingsplannen in 2017 € 50.000 minder uitgegeven dan de primaire raming.

-120.000

Grondexploitatie (niet bedrijventerreinen)

In principe worden alle verkopen en kosten die gemaakt worden binnen de bouwgrondexploitatie neutraal verwerkt binnen dit programma, omdat het saldo wordt geboekt naar de voorraad onderhanden werken bouwgrond op de balans. Jaarlijks zijn er echter ook posten welke veroorzaakt worden door:

  • een effect binnen de winstnemingen en stortingen in de reserve Rood voor Groen of Bovenwijkse voorzieningen;
  • een eventuele vrijval uit de voorziening afgewikkelde complexen;
  • de rentetoevoeging aan de verliesvoorzieningen;
  • de rentelast over de Niet In Exploitatie Genomen Gronden.

-

De tussentijdse winstneming bij het complex de Grassen, alsmede de effecten van het afsluiten van complexen hebben een effect op het saldo van het onderhanden werk. In 2017 is een bedrag van € 396.000 verwerkt als tussentijdse winstneming en in 2019 is een bedrag van € 123.000 geraamd. Deze posten hebben een negatief effect op het onderhanden werk van € 123.000, in 2018 was geen (tussentijdse) winstneming geraamd.

-272.000

In 2017 is vanuit de diverse complexen een bedrag van € 394.000 gestort in de reserves rood voor Groen en Bovenwijkse voorzieningen, in 2019 bedraagt de geraamde storting € 466.000. Per saldo een voordelig effect van  € 72.000 binnen het onderhanden werk.

72.000

In 2017 is een bedrag van € 781.000 toegevoegd aan de verliesvoorzieningen om deze weer op een toereikend niveau te brengen. In 2019 is hiervoor geen raming opgenomen omdat deze mutaties nog niet te voorzien zijn.

781.000

In 2017 zijn alle werkzaamheden voor het complex Molenpark afgerond. Voor dit complex was een voorziening afgewikkelde complexen gevormd waaruit de werkzaamheden betaald konden worden. Het niet benutte deel van deze voorziening is in 2017 vrijgevallen. Voor 2019 is niet voorzien dat uit deze voorziening middelen kunnen vrijvallen.

-47.000

Wonen en Bouwen

De legesopbrengst uit omgevingsvergunningen bedroeg in 2017
€ 1.130.000. In de meerjarenraming was een opbrengst opgenomen van
€ 900.000. Deze is in de begroting 2019 naar boven bijgesteld, naar
€ 1.000.000. Dit leidt ten opzichte van de werkelijke baten 2017 tot een nadelig effect van € 130.000.

-130.000

Er zijn in 2019 zijn er meer uren begroot op het taakveld wonen en bouwen dan dat er in 2017 werkelijk naar dit taakveld is geschreven. Dit wordt veroorzaakt door extra vacature ruimte voor een jurist. Verder schrijven diverse clusters meer uren naar het taakveld.  

-80.000

Overige verschillen

-28.000

Saldo verschil

61.000